geld maakt niet gelukkig

ik ben mede begeleider bij een opstelling van een groot vraagstuk van een directeur van een organisatie.  hij is naast directeur ook aandeelhouder en er zijn nog drie andere aandeelhouders waarvan er 1 de founder is. de organisatie draait als een malle maar de founder (creatieve entrepreneur) heeft aangegeven dat hij liever iets anders gaat doen, omdat het bedrijf te groot voor hem wordt en hij zijn creatieve ideeën niet meer kwijt kan.  gesprekken om de aandelen over te dragen worden gestart, maar ze komen er niet uit.  tijdens het voorgesprek komt naar voren dat de gesprekken veelal over de waarde van de aandelen zijn gegaan.  we besluiten het vraagstuk op te stellen om te kijken of er wellicht dingen over het hoofd worden gezien.  de opstelling bestaat initieel uit: de organisatie (als element), de founder, de directeur, de andere aandeelhouders en een zak geld.  de representanten en elementen nemen een plek in de ruimte in.  de founder staat dicht bij de organisatie, de twee andere aandeelhouders staan wat afwachtend van een afstandje naar de organisatie en de founder te kijken.  de directeur dartelt een beetje zenuwachtig heen en weer, kijkt veel om zich heen naar alle mensen en elementen die zijn opgesteld.  hij wil graag iedereen tevreden houden.  de founder is niet van z’n stuk te brengen en blijft sterk verbonden aan de organisatie.  de directeur voelt verbinding met de zak geld terwijl de founder geen interesse heeft in de zak geld.  dit nieuwe inzicht geeft de storing van dit vraagstuk weer.  ‘er niet uitkomen’ blijkt misschien wel niet om geld maar om iets anders te gaan.  we bedenken een interventie om een onbekend element in te brengen in de opstelling.   de begeleider ontslaat de zak geld van haar verantwoordelijkheid en vraagt haar te gaan zitten.  daarna wordt er een andere representant gevraagd om in te treden als onbekend element.  we laten het element een plek innemen in de opstelling maar we weten nog niet waar het onbekende element voor staat.  er komt veel nieuwe energie los in de opstelling en zeker bij de founder.  de founder geeft aan dat hij zijn ouders voelt als hij naar het nieuwe element kijkt.   niet dat dat zijn ouders zijn maar meer iets wat dat element met zijn ouders verbindt.  de directeur probeert te schakelen maar voelt niets bij het nieuwe element. dan schieten er tranen in de ogen van de founder.  voor hem worden er twee zaken heel duidelijk.  1. hij heeft van zijn ouders nooit erkenning gekregen voor hetgeen hij heeft gedaan.  2. naast erkenning van zijn ouders krijgt hij dat ook graag van de andere aandeelhouders en nog belangrijker, hij wil voelen dat zijn kindje in goede handen is bij de directeur en andere aandeelhouders als hij vertrekt.  ineens is er oogcontact tussen de (representanten van de) directeur en de founder, iets wat we tijdens de hele opstelling niet hebben waargenomen.  aangezien we in opstellingen nieuwe inzichten willen laten zien en voelen en niet naar de oplossing zoeken, stoppen we hier met de opstelling. we hebben meer dan voldoende inzichten verzameld waar de directeur verder mee kan in de ‘onderhandeling’ met de founder.  krijg er weer kippenvel van als ik dit schrijf.